twee jaar op zitten.
Op 14 mei 2010 overnachtte ik in hetzelfde hotel als mijn vader 82 jaar daarvoor en zoals ik toen op mijn Romeblog vermeldde, was dat een bijzondere belevenis. Vanwege het honderdjarig bestaan van hotel Cascada in Luzern, dat in 1928 nog hotel Johanniterhof heette, was deze luxe overnachting gratis en het was dus dubbel genieten. Volgens de website van het viersterren hotel Cascada begon Johanniterhof als Christliches Hospiz en dat verklaart enigszins waarom mijn vader zich destijds als schilder deze luxe kon permitteren.
De volgende schildergeneratie heeft haar enthousiasme voor het picturale al kenbaar gemaakt en vandaag kreeg ik weer eens assistentie van mijn jongste leerling. Overigens ging het hierbij om verven en niet om schilderen, want de tuindeur van haar ouderlijk huis had dringend een verfbeurt nodig, net als mijn eigen tuindeur trouwens. Op de foto zie je Juul (“ik word later kunstenaar”) terwijl ze opa helpt. Opa was er voortdurend op attent dat zij de verf niet op haar kleine vingertjes zou krijgen en dat was wonderwel ook niet het geval. Dat de vijfjarige ook haar ‘mannetje’ staat als het om echt schilderen gaat, mag blijken uit het tweede plaatje waarop ze, onder leiding van opa, buiten een bloementafereeltje probeert weer te geven met acrylverf. l’Histoire se repète. Waarom zijn grootouders toch altijd zo verdomde trots op hun kleinkinderen?