Vandaag mocht ik kort getuige zijn van het werk van oudleerling Theo Soontiëns. In het verre verleden hebben we wel eens samen op het podium gestaan. Dat wil zeggen, hij stond en ik had me verscholen achter mijn orgel, want op het podium voelde ik me eerlijk gezegd niet zo thuis, en dat is nog steeds zo. Theo staat daar zijn leven lang al als een vis in het water en regisseert zonder blikken of blozen desnoods duizend spelers. Vanmiddag was ik er getuige van hoe hij in korte tijd een klein groepje basisschool-leerlingen iets bij had gebracht waar, en dat bleek uit de reacties, de ouders heel erg blij mee waren.
In zijn slotwoord memoreerde hij hoe wonderlijk het is als kinderen met een stukje zeepsteen, hij bedoelde speksteen, aan het werk gaan. Dat had zijn tijdelijke collega Mirjan geregeld en Theo was verbaasd hoe rustig de kinderen werden als ze zich konden concentreren op iets in hun handen. Bij mijn afscheid uit het onderwijs verraste Theo me met een heel persoonlijke boodschap waarin hij ook nog even herinnerde aan zijn middelbare schooltijd toen hij bij mij met de handen diende te werken. Het vak heette toen nog handvaardigheid en volgens Theo heb ik me bijna ongans gelachen toen hij me ooit eens zijn creatieve object ter beoordeling aanbood. Gelukkig kan ik me dat moment niet herinneren, want ik schaam me eerlijk gezegd een beetje als het is gegaan zoals hij toen vertelde. Hopelijk was zijn fantasie een beetje aan de haal met zijn geheugen, want fantasie heeft Theo! Wat was ik blij geweest met maar een klein percentage van zijn theatertalent tijdens mijn CKV-lessen. Dat is nu allemaal voorbij. Niet mijn bewondering voor Theo’s vaardigheden. Ik schoot een kleine serie foto’s en die maakten het me mogelijk om Theo wat woorden in de mond te leggen. Zo komt mijn beeldvak toch nog een beetje nader tot zijn theaterpassie. Theo, bedankt voor wat je voor mijn kleindochter betekende.